Lodewijk Hoekstra: ode aan de natuurinclusiviteit Provada 2021
Het belang van een natuurinclusieve samenleving
De afgelopen 20 jaar heb ik een bijzondere reis gemaakt waarbij ik mij van commerciële tuinman, als verlengstuk van de glossy folders, ben gaan ontwikkelen tot een ambassadeur van de groene leefomgeving waar de natuur centraal staat. Als je eenmaal de kracht en de schoonheid van de natuur gaat zien snap je pas hoe bijzonder deze is en hoe afhankelijk wij ervan zijn. Ik ben mij gaan realiseren dat tuinen onderdeel zijn van het grotere geheel en indien goed ingericht waarde kunnen hebben als ecologische stapsteen, maar dat het ook precies het tegenovergestelde kan zijn. Zo komt bijvoorbeeld potgrond vaak uit kwetsbare natuurgebieden, worden veel planten met kunstmest en hormonen gekweekt en is veel hout chemisch afval als je het na gebruik bij de stort wilt brengen. En zo kun je onder het mom van groen de hele verkeerde dingen doen.
De invulling van mijn rol als bekende en 'groenste' tuinman van Nederland is door de jaren heen dan ook veranderd van straatjesmaker en decorateur met planten voorvechter van een natuurinclusieve samenleving met als missie om ervoor te zorgen elke tuin, terrein of gebied de wereld weer duurzamer en meer natuurlijk maakt.
De mens en de natuur zijn altijd al met elkaar verbonden geweest en we zijn hier ook zeer afhankelijk van, al lijken we dat gaandeweg te zijn vergeten. In een wereld van geld en economische belangen is de natuur overgeleverd aan haar lot, want zolang daadwerkelijke kosten voor klimaat en het verlies van biodiversiteit niet worden meegerekend is deze kansloos. In het kader van welvaart vernietigen we in sneltreinvaart onze eigen habitat met temperatuurstijging tot gevolg, overstromingen, ziektes, plagen en ga zo maar door. Monoculturen bestaan niet in de natuur, maar zijn door de mens bedacht met als doel veel geld op te brengen of bijvoorbeeld te komen tot goedkoper onderhoud, maar het is juist diversiteit die zorgt voor weerbaarheid: alles heeft met alles te maken. Ecosystemen zijn bijzonder in samenhang, iets waar de mens nog veel van kan leren.
De natuur is dus eigenlijk onderdeel van wie we zijn, hoe we leven, wonen en werken. Maar toch is de natuur vaak ver weg achter een hekje met een boswachter en beschermde dier- en plantsoorten. Ik heb het dan over de Natura 2000 gebieden en bijvoorbeeld het Nationaal Netwerk Natuur. Hier is in Nederland goed over nagedacht en de natuur is goed belegd, maar dat stopt in zijn geheel zodra je een voet zet buiten deze gebieden.
Dan rijst de vraag wat dan het groen in de wijk is, in een park of in een tuin? Decoratie groen, architectenpeterselie, schaamgroen? En wat is dan de rol van de groenvoorziener? Een veredelde schoffelaar, een straatjesmaker of misschien wel een expert in maakbaarheid? Veelzeggend is dat we in Nederland voor de leefomgeving allerlei regeltjes hebben en richtlijnen ten aanzien van beeldkwaliteit, hoogte van stoepranden, en hoeveel parkeerplekken er per woning gerealiseerd dienen te worden. Voor de natuur en functioneel groen is dat niet het geval en daardoor heeft deze door de bank genomen ook geen waarde terwijl onderzoek bewijst wat het belang is voor zaken als klimaat, gezondheid, milieu en bijvoorbeeld vestigingsklimaat.
Om te snappen hoe dit zover is gekomen moeten we terug in de tijd gaan. Waar Sharon Dijksma presenteerde als Staatssecretaris in 2014 de Rijksnatuurvisie die een duidelijk plek voor natuur voor ogen had, zowel in de specifieke natuurgebieden als ook midden in de samenleving. Onder Staatsecretaris Bleker is door het Rijk de regie op dit domein totaal uit handen gegeven aan provincies en gemeenten die zelf moesten zorgen voor een juiste invuling. Dit is in de praktijk zeer lastig gebleken met een niet level playing field, omdat iedereen en alles zijn eigen plan aan het trekken is en aansturing vanuit het Rijk ontbreekt. Terwijl met het verlies aan biodiversiteit en o.a. het veranderde klimaat de uitdagingen groter zijn dan ooit ontbreekt in de reeds al complexe opgave het onderdeel natuur met alle gevolgen van dien.
Nederland kent als geen ander schaalverdichting waarbij gebieden steeds intensiever worden benut voor wonen, boeren, natuur en energie. Het combineren van opgaven en functies is hierbij essentieel om te komen tot bestendige nieuwe verdienmodellen waarbij mens en natuur in balans zijn. Zo kunnen we als ‘Dutch Urban Green Delta’ een showcase zijn voor de wereld maar dan zijn heldere kaders en richtlijnen ten aanzien van groen en natuur in de leefomgeving wel vereist. De nood is hoog; bossen gaan dood, gebieden overstromen, 80% van alle vlinders zijn verdwenen en ecosystemen staan onder grote druk. Er moet snel iets veranderen!
Als NL Greenlabel hebben we namens een brede coalitie eind 2019 een brief gestuurd om natuurinclusief bouwen tot norm te verheffen. Schouten heeft namens de ministeries LNV, IenW en BZK een reactie gegeven en gaf aan te gaan onderzoeken of een dergelijke norm mogelijk is volgens deze drie pijlers; groen op wijk en gebiedsniveau, natuurinclusieve materialen en natuurinclusief renoveren en verbouwen. Het resultaat is nu al merkbaar, daarmee doel ik op opname van biodiversiteit in Overleg Standaarden Klimaat Adaptatie (OSKA), de koppeling met biodiversiteit en De Nationale Omgevingsvisie en aandacht hiervoor bij het programma Klimaat adaptief bouwen met de natuur (KAN). Waar ministeries onderling überhaupt geen contact hadden over dit thema is daar gelukkig nu wel sprake van.
Namens Natuur en Milieu, de Vogelbescherming veel andere stakeholders zoals ontwikkelaars en gemeenten hebben we ons nogmaals tot het Rijk gericht met een vraag om te komen tot concrete maatregelen voor natuurinclusief bouwen en het bouwbesluit, maar ondanks steun en vele moties op dit vlak vanuit de Tweede Kamer nog steeds geen toezeggingen. De lobby gaat door, en het is nu of nooit! Juist nu er extra miljarden voor de bouw worden vrijgemaakt moeten we dit alleen willen als het natuurinclusief is, anders gaan de miljoen beoogde woningen alleen nog maar meerdelige effecten geven in plaats van een positieve bijdrage leveren. Alleen door natuurinclusiviteit te verankeren in beleid en wetgeving kun je de grote maatschappelijke problemen tackelen zoals klimaat, gezondheid en biodiversiteit en zorgen voor een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving waarbij we wereld gebied voor gebied weer duurzamer wordt.
Maar ook los van wetgeving of regels is het heel erg goed mogelijk om al aan de slag te gaan met dit thema en de handschoen op te pakken om te komen tot verandering. Zo heb ik de handschoen opgepakt en samen met Nico Wissing NL Greenlabel opgericht om duurzaamheid meetbaar te maken zodat professionals, ontwikkelaars en b.v. overheden kunnen komen tot aantoonbaar duurzame afwegingen en integrale oplossingen waarbij groen en natuur de basis vormen. Het is de missie om in 2030 de waarde van groen te verdubbelen zowel kwalitatief als kwantitatief en we doen dit met 200 partners, architecten, ontwikkelaars, kwekers, wetenschappers, NGO's en ga zo maar door. Tevens zijn we de mede-initiatiefnemer van de Groene Stad Challenge om ook gemeenten handvatten en inzichten te geven hoe te komen tot een groenere leefomgeving.
Gelukkig zijn er ook tal van andere goede initiatieven van mensen en organisaties die de schoonheid en de kracht van de natuur omarmen en dat is hard nodig net zoals een overheid die zijn verantwoordelijkheid op dit vlak gaat oppakken. Iedereen kan andere keuzes gaan maken en kijken of men waarde kan creëren voor zaken zoals landschap, ecologie, welzijn en geluk.
Alleen in een natuurinclusieve samenleving die toekomstbestendig is kunnen we samen gelukkig en gezond leven, wonen en werken.
Lodewijk Hoekstra